Het gaat gebeuren! Ik ga naar het Eurovisie Songfestival… Een droom die uitkomt? Nou nee… Maar mijn goede vriend Simon heeft een bezoek aan het festival sinds enkele jaren als vast ritueel. Samen met vrienden Jordi en Richard reizen ze, per bus of vliegtuig, naar de stad waar het festival gehouden wordt voor een onvergetelijk feestweekend. En ik? Ik volg het jaarlijks half op televisie. En als ons land dan eens een stapje verder komt ben ik natuurlijk bloedfanatiek de finale aan het volgen en scheld ik alle Oost-Europese landen uit omdat die alleen maar onsportief op elkaar stemmen. Overigens ben ik dat de volgende dag ook weer net zo gemakkelijk vergeten.
Maar we gaan dus naar Oostenrijk. Ik mag mee. Er is overleg gepleegd door de hoge heren en ik mag mee om de sfeer (waar zij elk jaar over praten) eens te proeven.
Gisteravond hebben we er over gesproken. In het enige café dat in deze stad open is op maandagavond. Hoewel ik nog maar een groentje ben voel ik me al een hele kenner.
Zweden gaat winnen. Richard weet het zeker. Het liedje is volgens hem typisch een liedje wat je gemakkelijk onthoud. Toch vond Simon dat het tegenwoordig ook om de act gaat en daar komt Zweden toch tekort. Zo, die zat.
En ik zat maar te bedenken hoe de melodie van het liedje van onze Trijntje ook alweer ging.
‘Oostenrijk is overigens kansloos in eigen huis,’ hoorde ik Richard nu zeggen. Ik knikte maar een mee.
‘Maar als Zweden niet wint? Wie dan wel?’ vroeg ik me af.
Er werden landen genoemd. ‘Italië!’, ‘Finland of Estland!’ En tot slot: ‘Australië!’
Ik lachte. Dat was een leuke.. Australië.
Nu werd ik vreemd aangekeken. ‘Australië doet echt mee,’ zei Simon.
Even was ik stil. Had ik weer… Nu bleek ineens dat Australiërs enorme fan zijn van ons festival en men het land eenmalig mee laat doen. Een soort cadeautje wegens het zestigjarig bestaan van het festival.
Ik vroeg me ook al jaren af wat Israël voor uitzonderingspositie bekleed dat het overal aan mee mag doen als niet-Europees land. Vooral toen die travestiet destijds won met dat liedje “Diva”.
Overigens zou Guy Sebastian Australië vertegenwoordigen en daarom had het land ook nog kans op een overwinning als debutant. Maar ook de aaibaarheidsfactor van de Finse delegatie zou nog wel eens een rol kunnen spelen. De Finnen hadden een band met verstandelijke gehandicapten besloten af te vaardigen. ‘De Jostiband!’ zei ik lacherig. Maar niemand merkte het. Er werd serieus gediscusiëerd over hun liedje. De uitkomst weet ik niet meer, want ik ging bier halen.
Tot slot dacht ik even aan mijn vaderlandse trots en vroeg de echte kenners naar de kansen van onze Trijntje. Er werd gegrinnikt. ‘Kansloos!’ riepen Jordi en Richard in koor. Dat wist ik dan ook weer.
Later, op weg naar huis, troostte Simon me. ‘He, dat van Trijntje…’ Ik keek hem aan. ‘Trijntje kan best winnen. Maar dat voorspellen we nooit. Sinds we onze eigen kandidaat van te voren afzeiken haalt Nederland elke keer de finale.’
Een Nederlandse in de finale met mij in de zaal? Dat zou een droom zijn! Gelukkig heb ik wat geld gespaard. Jordi en Richard hebben in het verleden zelfs een lening bij Ferratum afgesloten voor een bezoek aan het festival. (‘En de helft opgedronken’, aldus Simon)
Toen Simon naar links was afgeslagen en ik de laatste straten in het donker doorreed, betrapte ik mezelf. Ik neuriede. En de melodie? Ding a Dong.